Managua, hoofdstad van Nicaragua

Kathedraal van Managua
Vandaag, zaterdag 9 februarie, heb ik er ruim twee dagen opzitten. Belangrijke elementen zijn voormij daarbij, de warmte, zo uit het toch wat koude Nederland. Afval en verwaarloozing bepalen voor een groot deel het stadsbeeld. Geklaxoneer van om aandacht schreewende taxichauffeurs, herrie en rook uitspuwende oude Amerikaanse afgedankte schoolbussen completeren dit Midden Amerikaanse beeld. De stad kent weining, eigenlijk geen, mooie hoogtepunten.





Het meer Lago Managua (het kleine meer)schijnt zwaar vervuilt te zijn. Op de oevers proberen ze iets van vermaak en eetgelegenheden op te zetten maar ja in een zo arm land lukt dat niet helemaal. Het uitzicht op de bergen is zowel het hoogtepunt.
Het hotel kent weinig westerse kwaliteit. Koud water uit de kraan, dito behandeling door het personeel, die het lachen wellicht nog gaan uitvinden. Betegeling niet compleet, water dat net niet wegloopt flodderig gordijn als deur, Maar ach met de Zuid Amerikaanse net niet af, kent het ook wel weer zijn charme. Het eten is eenvoudig, fruit domineert de ontbijttafel naast een grote mok koffie. Het avond eten vinden we aan de overkant bij een naar ik denkt gezin die wat tafels en stoelen buiten zet en veel klandisie uit de omliggende hotels weet te trekken. Niets aan te merken aan dit eten.

Het is zoeken met mijn mede reisgenoten, Carl begin 60 jaar, aardig mondje Spaans, en Stefan net geen 20, beginnend Spanjaard, hoe en wat we zoal doen. Gisteren ben ik met Stefan door Carl in de taxi gezet om naar een aan de rand van de stad gelegen busstation gebracht te worden. Enig zoeken in de heksenketel die busstation heet bracht ons toch bij de bus naar Granada. Een oude koloniale stad op ongeveer 1,5 uur rijden met een lokale bus vanuit Managua. Een bezoekje waard wat lopen door de straten, oude gerestaureerde koloniale gebouwen, markje bezoeken wat drinken, en lopen naar het Lago Nicaragua (het grote meer). Terug met de snelle bus en met de taxi weer thuis in het hotel weten te komen. Onderweg onze eerste werkende, rook uitblazende, vulkaan kunnen zien.
Vandaag maar weer even pauze. Carl is met een kennis, hij is hier al vele malen geweest, naar Leon een andere stad die wat noordelijker van Mangua. Wat de dag verder nog brengt wie zal het weten. Morgen reizen we af naar Esteli, in het noorden, een meer bergrijker gebied. Waar de spaanse school ons met open armen zal ontvangen. We zullen daaar ondergebracht worden bij plaatselijke mensen. Echt wel spannend met een spaans taalgidsje als tolk.